Het heeft flink gesneeuwd. Dat komt niet goed uit. Dit weekend ga ik namelijk met Nensi (half Albanese, half Montenegrijnse) een stamp run doen. Een stamp run is een het opnieuw binnengaan van Servië door een officiële Servische grenspost om een Servische stempel in je paspoort te krijgen. Alleen met een dergelijk stempel kan je van Kosovo direct naar Servië reizen. Aangezien ze de internationale administratie van Kosovo niet erkennen, erkennen ze ook geen UNMIK douane stempels en beschouwen ze die als een bewijs van illegaal hun land binnentreden. Mijn laatste binnenkomst was via het vliegveld bij Pristina. Dat levert een UNMIK douane stempel op. Die moest ongedaan gemaakt worden omdat ik met de kerst van Kosovo via Servië naar een Montenegrijnse Spa wil reizen. Ondanks de sneeuw heb ik er zin in. De rit gaat van Pristina via Skopje en Kumanovo (Macedonië) naar Nis (Servië) en weer terug naar Pristina. Eerst sneeuwkettingen kopen en dan gezellig aansluiten in de trage rij auto’s die over een oude tweebaans provinciale weg naar Macedonië voorschuifelt. Twee uur later drinken we in Kumanovo een kop koffie. Deze Noord Macedonische stad is volledig Albanees. De Albanezen in Macedonië zijn op onverklaarbare wijze conservatiever dan die in Kosovo. Het café zit vol met slechts jonge mannen. 14 stuurse blikken volgen onze bewegingen nauwgezet. Vooral die van Nensi. De Servische grens is aanzienlijker gezelliger. Zonder problemen worden we doorgelaten. Onderweg eten we een dikke soep van bonen met gerookt varkensvlees in een ouderwets wegrestaurant. In een hoek van het restaurant kijkt de complete bediening naar een nationalistische Joegoslavische speelfilm uit de jaren zeventig. Ik verbaas me over de overvloed aan communistische stijl in dit deel van Servië. Waar is dat allemaal gebleven in Kosovo? Nensi legt het nog maar weer eens uit: “alle Joegoslavische emblemen, cyrillische letters en staatstekens waren een week na de bevrijding gesloopt, overgeverfd en vervangen”. 4 Uur later drinken we raki in de mooie post moderne nieuwbouwflat van haar oom in Nis. Haar neven Samir en David testen hun Engels op mij. Oom en tante doen zich veel moeite om uit te leggen dat zij nooit bij het nationalistische Servië hebben willen horen. Het nationalisme tiert hevig in Nis. De stad is namelijk stevig gebombardeerd door de NAVO in 1999. Haar oom laat scheikundeboeken uit zijn laboratorium zien waar de granaatscherven zich doorheen hebben geboord. ’s Avond gaan we stappen met Samir. Hij heeft zijn Duits geleerd van tekenfilms op TV en zijn Engels van Amerikaanse gangsterrap. Dat geeft zijn verhalen over de lokale zeden in de Montenegrijnse hooglanden een grappige en smeuïge lading.
Zondagmiddag bekijken we het Turkse fort. Nensi vertaalt de cyrillische graffiti op de muren van een moskee : “Servië voor de Serviërs”, “Lang leve Mladic” en “Mes, strop, Sebrenica”. 4 Uur later rijden we Kosovo binnen. In Pristina is het donker. De elektriciteit is weer eens uitgevallen
2007/12/17
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment